4438&

Hoe sluit ik afgeschermde draad aan? Hoe sluit ik dubbel afgeschermde draad aan?

Hoe sluit je de afgeschermde draad aan: Eén uiteinde van de afgeschermde draad is geaard en het andere uiteinde laat je hangen.

Wanneer de signaallijn over een lange afstand wordt verzonden, kan het aardingspotentiaal aan beide uiteinden verschillend zijn als gevolg van de verschillende aardingsweerstanden aan beide uiteinden of de verschillende stromen van de PEN-lijn. Als op dit moment beide uiteinden geaard zijn, komt de afschermingslaag onder spanning te staan en verstoort het het signaal. Daarom wordt in dit geval doorgaans één punt geaard en blijft het andere uiteinde hangen om dit soort interferentie te voorkomen.

Het afschermingseffect is beter als beide uiteinden geaard zijn, maar de signaalvervorming neemt dan wel toe.

Let op: De twee afschermingen dienen van elkaar ge?soleerd te zijn! Ook al zijn ze niet van elkaar ge?soleerd, dan nog moeten ze als één schild worden beschouwd!

De buitenste afschermingslaag is aan beide uiteinden geaard door het ge?ntroduceerde potentiaalverschil en de stroominductie, waardoor een magnetische flux wordt gegenereerd, waardoor de sterkte van het magnetische bronveld wordt verminderd en de ge?nduceerde spanning in principe wordt gecompenseerd wanneer er geen buitenste afschermingslaag is; De binnenste afschermingslaag is aan één uiteinde geaard en wordt alleen gebruikt voor algemene antistatische inductie omdat er geen potentiaalverschil is. De volgende specificaties zijn het beste bewijs!

GB 50217-1994 "Ontwerpspecificaties voor kabels voor energietechniek" – 3.6.8 Metalen kabels voor besturingskabelsAfschermingDe aardingsmethode moet voldoen aan de volgende bepalingen:

(1) De afschermingslaag van de analoge signaalcircuitbesturingskabel van het computerbewakingssysteem mag niet twee of meer aardingspunten vormen. In plaats daarvan moet er een centraal aardingspunt worden gebruikt.

(2) Behalve de afschermingslaag van de besturingskabel, die op één punt geaard moet worden in gevallen zoals (1), wanneer de elektromagnetische inductie-interferentie groot is, is het raadzaam om twee-punts-aarding te gebruiken; Wanneer de elektrostatische inductie-interferentie groot is, kan een éénpuntsaarding worden gebruikt.

Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een dubbellaagse afscherming of een samengestelde algehele afscherming, is het raadzaam om één-punts binnen- en buitenafscherming en twee-punts aarding te gebruiken.

(3) Bij het kiezen van een twee-punts aarding moet ook rekening worden gehouden met het effect van transi?nte stroom in de afschermingslaag om te voorkomen dat deze wordt verbrand.

Artikel 6.3.1 van GB50057-2000 "Code voor bliksembeveiliging van gebouwen" bepaalt: ... Bij gebruik van afgeschermde kabels moet de afschermingslaag aan ten minste twee uiteinden op hetzelfde potentiaal worden aangesloten. Wanneer het systeem slechts vereist dat één uiteinde op hetzelfde potentiaal wordt aangesloten, dienen er twee afschermingslagen te worden gebruikt. De buitenste afschermingslaag dient volgens bovenstaande vereisten te worden verwerkt.

Het principe is: 1. Eén uiteinde van de enkellaagse afschermingslaag is geaard, zonder potentiaalverschil, en wordt over het algemeen gebruikt om elektrostatische inductie te voorkomen. 2. Dubbellaagse afscherming, waarbij de buitenste afschermingslaag aan beide uiteinden geaard is en één uiteinde van de binnenste afschermingslaag op hetzelfde potentiaal geaard is. Op dit moment vermindert de buitenste afschermingslaag de magnetische flux en de sterkte van het magnetische bronveld als gevolg van het potentiaalverschil en de ge?nduceerde stroom, waardoor de ge?nduceerde spanning in principe wordt gecompenseerd wanneer er geen buitenste afschermingslaag is.

Wilt u elektrostatische storingen voorkomen, dan moet u een enkelvoudige aarding gebruiken, ongeacht of dit uit één of twee afschermlagen bestaat. Omdat aarding op één punt het snelst statische elektriciteit vrijgeeft.

Behalve in de volgende twee gevallen:

1. Wanneer er sprake is van sterke externe stroomstoringen, is aarding op één punt niet geschikt voor de snelste elektrostatische ontlading.

Als de doorsnede van de aardingsdraad zeer groot is, is ook een aarding op één punt vereist om een zo snel mogelijke afgifte van statische elektriciteit te garanderen. Als u dat echt wilt, is het natuurlijk niet nodig om voor twee afschermingslagen te kiezen.

Anders moeten er twee afschermingslagen zijn. De buitenste afscherming is vooral bedoeld om de interferentie-intensiteit te verminderen, niet om de interferentie te elimineren. Hiervoor is meerpuntsaarding nodig. Hoewel de ontlading niet volledig kan worden afgevoerd, moet deze wel zo snel mogelijk worden verzwakt. Om het te verzwakken is meerpuntsaarding de beste keuze.

Zo is de kabelgoot in een bedrijf feitelijk de buitenste afschermingslaag, die op meerdere punten geaard moet worden. Dit is de eerste verdedigingslinie om de intensiteit van interferentiebronnen te verminderen.

De binnenste afschermingslaag (mensen zullen overigens geen dubbellaagse kabels kopen. Over het algemeen is de buitenste laag de kabelgoot en de binnenste laag de afschermingslaag van de afgeschermde kabel) moet op één punt geaard zijn, omdat de externe sterkte is verminderd en het doel van de binnenste laag is om zo snel mogelijk te ontladen en interferentie te elimineren.

2. Veiligheidseisen, zoals bescherming tegen externe elektrische schokken en blikseminslag.

In dit geval moeten er twee beschermingslagen zijn. De buitenste laag wordt niet gebruikt om storingen te voorkomen, maar om veiligheidsredenen. Om de veiligheid van mens en apparatuur te garanderen, zijn meerdere aardingspunten vereist. De binnenste laag is bedoeld om interferentie te voorkomen en moet daarom op één punt worden geaard.